Wanneer motorisch leren niet vanzelf gaat, DCD

Iedere generatie kent wel diagnoses die heel ‘populair ’zijn. Zo hebben we de ADHD generatie of ADD voor kinderen die vaak/altijd druk zijn. Zo een diagnose kennen we ook binnen de motoriek. De diagnose heet Development Coördination Disorder. Of in de volksmond: onhandige kinderen. Wat is DCD en tegen welke problemen lopen deze kinderen aan? Je leest het in dit artikel.

Niet gewoon onhandig

We hebben allemaal wel kinderen die motorisch niet de handigste zijn. Ze struikelen, vallen vaker, de motoriek ziet er soms wat onhandig uit. Bij de meeste kinderen wordt er dan gezegd dat ze onhandig zijn. Maar soms, heel soms is er ook meer aan de hand.

DCD

Kinderen met DCD hebben moeite met het behalen van ontwikkelingsmijlpalen. Zo zijn ze soms al later met kruipen tijgeren en lopen. Maar zien we dit ook bij fietsen, hinkelen en sporten. Kinderen met DCD ervaren zowel problemen in de fijne als in de grove motoriek, maar soms ook in spraaktaal problemen en problemen met zindelijkheid.

Lees ook: Waarom de schrijfmotoriek achteruitgaat

DCD komt bij één op de tien tot twintig schoolgaande kinderen voor en gaat soms ook gepaard met gedragsproblemen.

Moeite met automatiseren

Kinderen met DCD hebben moeite met automatiseren van nieuwe taken. Ze hebben extra veel oefening nodig om een taak als bijvoorbeeld fietsen zich eigen te maken. Dit heeft te maken met de rijping van het zenuwstelsel. Dit is uiteraard bij ieder kind anders, maar bij kinderen met DCD verloopt de rijping vertraagd waardoor een taak vaker geoefend moet worden voordat het als vanzelf gaat.

Diagnose

De diagnose DCD is lastig te testen in bijvoorbeeld een ziekenhuis. Je kunt het niet in het bloed vinden, op een röntgen zien of door een hersenscan. Het is vaak het verhaal van ouders wat een zorgverlener aan het denken moet zetten.

Lees ook: Hoe bewegingsarmoede de kans op sportblessures vergroot

Eén van de manieren om DCD vast te stellen is met de zogenaamde Movement ABC-test. Dit is een test die door de Kinderfysiotherapeut wordt afgenomen. Wanneer een kind onder een bepaalde score valt zou er sprake kunnen zijn van DCD. Een Kinderfysiotherapeut mag echter geen medische diagnose geven dus zal met behulp van een revalidatiearts of huisarts een diagnose moeten stellen. Vaak wordt er ook een onderzoek door een orthopedagoog of kinderpsycholoog uitgevoerd.

Behandelen

Er is niet één specifieke behandeling voor kinderen met DCD. We weten dat er bepaalde therapie vormen zijn die kinderen helpen om vaardigheden eigen te maken. Vaak richt zich dat vooral op het leren plannetjes maken. Zo leert een kind de taak zelf te doorzien en kan het de taak stapje voor stapje uitvoeren. Zo zijn de taken wat kleiner en vaak beter te overzien en dus uit te voeren.

 

 

Geef een antwoord