Wanneer moet je een baby nou stimuleren in de ontwikkeling en wanneer moet je het zelf laten ontplooien. Het is een hele dunne scheidingslijn. In dit artikel ga ik in op waar je op kunt letten en wanneer er te veel, of te weinig gebeurt.
Stimuleren
Meestal gaat ontwikkelen vanzelf. Kinderen ontwikkelen zich door prikkels van buitenaf. Dit zorgt ervoor dat wanneer er speelgoed is, kinderen hun best gaan doen bij dit speelgoed te komen.
Kijk ook: Eindelijk vlog 4! Kruipen en billenschuiven wat doet het met het lopen?
Zo ook wij als volwassenen. Door naar kinderen te lachen, gaan ze teruglachen en zo ontstaat er interactie. De beloning voor het kind is dat wij gezellig tegen ze gaan kletsen en nog meer gaan lachen, enzovoort enzovoort. Ontwikkelen is dus een actie-reactie spel waarbij beloning of succeservaring een belangrijk onderdeel is.
Onder stimulatie
Wanneer een kind in een te prikkelarme omgeving is, of er te weinig mogelijkheid is tot ontplooiing zie je dat een kind weinig gaat doen. In eerste instantie zal het wel wat gaan proberen maar als de beloning onvoldoende is zien we vaak dat de ontwikkeling vertraagd. Dit kan op verschillende vlakken zijn. Denk aan spraak-taal, grof- of fijn motorische ontwikkeling of sociaal emotioneel. Wordt er nooit tegen een kind gesproken, niet voorgelezen, dan zien we dat taal vaak achter blijft.
Over stimulatie
Wanneer een kind continu uitgedaagd wordt en continu geprikkeld wordt om wat te gaan doen zou je denken dat een kind zich ontzettend snel zou moeten ontwikkelen. Echter is dit niet altijd het geval. Soms zien we dat juist kinderen waar te veel stimulansen is, er geen ‘tijd’ is om te genieten van de succeservaring of rustig te spelen met het speelgoed wat ze gepakt hebben. Er is altijd weer iets nieuws.
Over stimulatie kan hem ook zitten in kinderen die continu vermaakt worden. Bijvoorbeeld door oudere broer en zussen of door ouders of andere familie leden. Wanneer kinderen continu vermaakt worden, hoeven ze alleen maar te kijken. Door te kijken gaat iemand anders vóór hun spelen en worden ze zo vermaakt. Deze vorm van stimuleren lijkt goed te zijn, echter zien we vaak dat deze kinderen vlot leren zitten. Vaak ook omdat ouders dit al vroeg aangeboren hebben, ‘want dat is zo gezellig’. In zittende positie kunnen ze heerlijk kijken naar wat andere om hun heen doen. Deze kinderen hebben dus weinig stimulansen om zelf op ontdekking te gaan.
Kleine scheidingslijn
Zoals je kunt lezen ligt het allemaal heel dicht bij elkaar. Wanneer een kind continu vermaakt wordt hoeft het zelf niks te doen. Heel veel speelgoed en prikkels aan bieden krijgt geeft een kind niet de kans te genieten van het behaalde succes. Bij te weinig stimulatie wordt het kind niet genoeg geprikkeld om zelf op ontdekking te gaan.
Lees ook: Billenschuiven en kruipen
Het is goed om te kiezen voor een variatie van de drie. Alles waar je ‘te’ voor kunt zetten is niet goed. Speel geregeld samen, maar geef ook ruimte om zelf te leren en te spelen. Zorg dat dit altijd veilig gebeurt maar dat een kind wel zelf ‘fouten’ mag maken. Daar leer je immers van. Zorg voor voldoende speelgoed maar niet te veel. Kies een aantal items die in het zicht liggen en berg de rest op. Wissel dit gedurende een aantal dagen tot week. Zo is er voor een kind af en toe weer ‘nieuw’ speelgoed.