Geregeld zijn er kinderen in de praktijk die een heupdysplasie hebben en een spreidbroekje krijgen. Wat kunnen we doen om een kind zich toch te laten ontwikkelen? Waar dien je als ouder rekening mee te houden? Je leest het in dit artikel.
Heupdysplasie
Bij kinderen met een heupdysplasie is de heup kom onvoldoende ontwikkeld. Gedurende de zwangerschap ontwikkeld de heup kom zich om de heup kop heen. De heup kop wordt in de kom geduwd en daardoor weet de heup kom welke vorm hij aan moet nemen.
Wanneer kinderen in stuithouding liggen of er genetisch sprake is van een heupafwijking zien we dat de kom zich onvoldoende ontwikkeld. We zien vaak dat de kom ‘rechter’ is. Dit heeft als gevolg dat de heup minder bewegelijk is.
Lees ook: De gevolgen en behandeling bij heupdysplasie
Kinderen hebben geen pijn wanneer er sprake is van een heupdysplasie. Baby’s liggen met hun benen van nature in een kikkerhouding. Bij kinderen met een heupdysplasie is dit anders. We zien dat kinderen al heel vroeg een voorkeurshouding hebben. Dit komt omdat de aangedane heup minder ver naar buiten kan vallen. Als het gezonde been wel verder naar buiten valt dan worden de kinderen scheefgetrokken naar hun gezonde heup.
Onderzoek
Het onderzoek bij een verdenking op een heupdysplasie gaat via het consultatiebureau. Zij verwijzen je door naar het ziekenhuis voor een echo. Dit wordt gedaan vanaf drie maanden. Voor de zes maanden bestaat het heupgewricht nog groot en deels uit kraakbeen en kraakbeen is op een foto niet zichtbaar. Wanneer er op de echo blijkt dat er sprake is van een heupdysplasie word je doorverwezen naar de orthopeed. Zij bepalen het behandelbeleid. Dit kan zijn een spreidbroekje (meestal een CAMpspreider) en in heel ernstige gevallen een operatie.
Meestal is een spreid broekje voldoende. Deze dienen kinderen 23 uur per dag te dragen. Dat ene uur is voor badderen en verzorging want dan kan hij natuurlijk niet aan blijven.
Spreidbroekje
Vaak moeten kinderen wennen in het begin. Het ene kind gaat daar beter mee om dan de ander. Er zijn kinderen die het eerste uur brullen en het daarna prima vinden en er zijn kinderen die een paar dagen nodig hebben om te wennen. Wat het spreidbroekje eigenlijk doet is de heup kop goed in de kom duwen. Doordat de spreidbroek een langere tijd gedragen wordt (een minimum van twee maanden) hopen we dat door de groei de kom zich herstelt en een normale vorm aanneemt.
Ontwikkelen
Voor de ontwikkeling betekend een spreidboekje wel wat. Kinderen kunnen vaak moeilijker omrollen. Buikligging is soms minder comfortabel en we zien vaak dat als er sprake was van een voorkeur deze weer een beetje terugkomt.
Lees ook: Onderzoek naar heupdysplasie
Belangrijk is om te zorgen dat je kindje comfortabel is. Zorg dat je ze leert omrollen van rug-naar buikligging. We willen dit graag zien vanaf zes maanden. Echter is het soms juist handig dat deze kinderen het eerder kunnen. Hoe meer ze namelijk op hun buikligging, hoe beter het is voor de hoofdvorm.
Toch zitten?
Wanneer kinderen wat ouder zijn, zo rond een maand of zeven, begin ik soms, tegen al mijn principes in, met leren zitten. Deze kinderen zijn even geen ‘normaal ontwikkelende kinderen’. Dit betekent dat je soms andere keuzes maakt ten aanzien van ontwikkelen. Er zijn kindjes die zo een erge voorkeur weer krijgen door het spreidbroekje dat de hoofdvorm verder veranderd. Dit kan ook komen doordat kinderen bijvoorbeeld op hun zij sliepen en dat door de spreidbroek niet meer kunnen. Dan ga je oefenen met zitten (ALTIJD ONDER TOEZICHT).
Kortom, ontwikkelen is maatwerk en soms nog een beetje meer dan anders. Vaak is er al een kinderfysio betrokken en anders mag je als ouder altijd een kinderfysiotherapeut bellen. Kom je er zelf niet uit, raakt je kind alleen maar gefrustreerd en boos? Trek dan aan de bel. Vaal kan de kinderfysio je met simpele tips al helpen.