Kan ontwikkelen te snel?

Ieder kind ontwikkelt zich in zijn of haar eigen tempo. Wat bij hem of haar past en waar het toe uitgelokt of genoodzaakt is. Maar wat nou als dit wel erg snel gaat? In dit artikel lees je er alles over.

Probleem oplossen

Ieder kind ontwikkelt zich volgens zijn eigen tempo. Dit tempo wordt deels bepaald door de interne drive van een kind om zich te ontwikkelen en nieuwe dingen te leren. Dit tempo kan ook beïnvloed worden door de omgeving. Denk hierbij aan broertjes en zusjes of ouders die een kind alles aandragen waar het maar om roept. Je kunt je voorstellen dat je dan motorisch minder wordt uitgedaagd omdat het kind een verbale oplossing heeft bedacht om aan het speelgoed te komen in plaats van een motorische oplossing.

Lees ook: Beginnen met kruipen, het verplaatsen van je zwaartepunt

Je moet motorisch ontwikkelen eigenlijk zien als continu oplossing van problemen en uitdagingen. Als een kind met een bal aan het spelen is en deze rolt weg kan een kind verschillende dingen doen:

  1. Het kijkt naar hoe het wegrolt en pakt een ander stuk speelgoed wat om hem of haar heen ligt;
  2. Het begint te huilen en houdt dit net zo lang vol tot iemand anders een oplossing bedenkt a.k.a. iemand komt het speelgoed brengen of brengt het kind naar het speelgoed toe;
  3. Het kind doet een poging het te pakken vanuit de positie waar hij of zij ligt. Dit lukt niet, frustratie en tenslotte ander speelgoed;
  4. Het kind gaat een motorische oplossing bedenken om bij het speelgoed te komen. Denk hierbij aan voortbewegen in welke vorm dan ook.

Te snel?

Er bestaat eigenlijk niet zoiets als te snel, wel zoiets als te langzaam. Als een kind zich op één gebied heel snel ontwikkeld betekent dit vooral dat dit kind een enorme drive heeft om tot spel te komen. Er is spel intentie en daardoor intentie tot bijvoorbeeld voortbewegen. Een kind met een mindere intentie tot spel zal het snel ‘wel prima vinden’. Dit resulteert meestal in een tragere ontwikkeling.

Lees ook: Waarom we nu meer billenschuivers zien dan vroeger

Wat we vaak wel zien dat als kinderen zich bijvoorbeeld grof motorisch heel snel ontwikkelen ze letterlijk geen ‘tijd’ hebben om dezelfde snelheid ook op fijn motorische vlak of spraak te laten zien. Het is ‘of het een of het ander’. Dit is helemaal niet erg. Dit komt vanzelf. Je kunt je bijvoorbeeld voorstellen dat wanneer een kind vooral heel veel zit het tijd heeft om de kruimeltjes uit het kleed te vissen en met name fijn motorische bezig te zijn. Anders dan wanneer een kind de hele woonkamer rondkruipt!

Op de rem?

Je kunt een kind moeilijk tegenhouden. Blijft zorgen voor een stimulerende omgeving. Een omgeving waarin een kind graag wil ontdekken. Zorg dat er om een kind heen voldoende speelgoed ligt maar niet alles direct binnen handbereik. Een kind mag best ‘werken’ voor z’n speelgoed. Af en toe mopperen tijdens spel is ook helemaal niet verkeerd. Wanneer een kind moppert komt er vaak hernieuwde motivatie naar boven om toch dat extra stapje te maken. Er is natuurlijk een verschil tussen mopperen en echt huilen, maar dat horen papa’s en mama’s vanzelf 😉

Veel plezier met spelen!

 

 

Geef een antwoord